Inhoudsopgave
Eerste gecertificeerde luchttaxi’s aanstaande
Inmiddels zegt meer dan een dozijn Europese fabrikanten te werken aan uiteenlopende Urban Air Mobility (UAM)-concepten, waaronder drones die spoedeisende medische goederen vervoeren en elektrische luchttaxi’s voor personenvervoer. Het idee is dat drones en elektrisch aangedreven luchttaxi’s die verticaal kunnen opstijgen en landen (eVTOLs) gaan zorgen voor efficiëntere vervoersstromen die bovendien minder belastend zijn voor het milieu.
Op het vlak van certificering van luchttaxi’s en delivery drones gaan de ontwikkelingen momenteel erg hard, stelt EASA-directeur Patrick Ky. De organisatie werkt met een aantal fabrikanten aan de benodigde certificering, in eerste instantie voor toestellen die nog door een reguliere piloot worden bediend. “Ik denk dat de eerste commercieel geëxploiteerde vliegende taxi’s al in 2024 of 2025 in gebruik genomen kunnen worden”, aldus Ky.
Maatschappelijke acceptatie
Om UAM van de grond te krijgen moet er echter wel aan een aantal voorwaarden voldaan worden. Ten eerste moet de regelgeving er klaar voor zijn. Ten tweede moet er zowel op de grond als in de lucht infrastructuur zijn om dergelijke vervoersconcepten mogelijk te maken. Een derde voorwaarde is dat de toestellen gecertificeerd zijn. En tenslotte moet er ook voldoende maatschappelijke acceptatie zijn om stedelijk vervoer door de lucht realiteit te maken.
Uit een nieuw onderzoeksrapport dat werd opgesteld in opdracht van EASA blijkt dat een meerderheid van de Europese stadsbewoners positief staan tegenover UAM. Zo zegt 7 op de 10 mensen wel eens een ritje te willen maken in een vliegende taxi of een bestelling door een drone te willen laten afleveren. Er is vooral veel draagvlak voor concepten op het vlak van spoedeisende medische transporten en andere maatschappelijke doeleinden. (Iets wat onlangs overigens ook al uit een Nederlandse studie bleek.)
Steden nog niet klaar voor UAM
Hindernissen zijn er ook. Zo geven diverse stadsbesturen aan nog niet klaar te zijn voor de uitrol van UAM-concepten. Met name het gebrek aan publieke ruimte in de kernen van oude Europese steden is een aspect dat zorgen baart. Ook zijn er zorgen over veiligheid en geluidhinder. Wat dat laatste betreft vraagt men zich af of er geen ‘geluidscorridors’ moeten komen.
Volgens stadsbesturen moet er nog het nodige onderzoek gedaan worden naar de vraag hoe UAM geïntegreerd kan worden in de overige stedelijke vervoersmodaliteiten. Dat moet leiden tot een nieuwe visie op stedelijke mobiliteit en inzicht geven in de vraag wat voor infrastructuur er benodigd is, zoals vertiports en start- en landingsplaatsen op hoge gebouwen. Steden willen om die reden ook graag inspraak op de inrichting van het lagere luchtruim (iets waar drone-operators dan weer niet aan moeten denken).
Het probleem is alleen dat stadsbesturen onvoldoende inzicht hebben in de ontwikkelingen, en dat er meer informatie nodig is als het gaat om marktonderzoek en studies die de impact van UAM op de bestaande infrastructuur verhelderen. Ook moeten inwoners van steden goed ingelicht worden over de implicaties van UAM. Daarbij wordt een ondersteunende rol vanuit EASA verwacht.
Autonoom vliegen nog niet aan de orde
Een andere verwachting is dat dat geheel autonoom vliegende luchttaxi’s (dus zonder piloot aan boord) nog wel even op zich laten wachten. EASA denkt dat het ‘nog minstens vijf jaar’ gaat duren voordat de eerste certificeringen een feit zijn. Om autonoom vliegende luchttaxi’s mogelijk te maken moet eerst U-space geïmplementeerd worden, om ervoor te zorgen dat bemande en onbemande toestellen veilig gebruik kunnen maken van hetzelfde luchtruim.