Vanuit zijn praktijk als coach en organisatie-adviseur rolde Mark Hullegie bij toeval de dronesector in. Het begon met assistentie bij het schrijven van een operationeel handboek. Vandaag de dag helpt Mark vanuit zijn bedrijf Droneconsultancy vooral veel drone-operators om actief te worden in de Specific categorie. In deze editie van Drone Talk deelt Mark niet alleen tips aan ROC-houders en nieuwe toetreders, maar ook aan de nieuwe minister van Infrastructuur en Waterstaat, Barbara Visser.
Wie ben je en wat doe je?
“Ik ben Mark Hullegie van Droneconsultancy. Ik begeleid professionele drone-operators met het verkrijgen van vergunningen. Ook begeleid ik organisatie-adviestrajecten voor overheden en ik verzorg trainingen over SORA en de Specific categorie. Regelmatig spar of coach ik met drone-teamleiders of mensen die een loopbaanswitch overwegen richting drones.”
Hoe en wanneer ben je in aanraking gekomen met drones?
“In 2017 door Mark Nicolai van Aeroscan. Hij vroeg me te helpen bij het schrijven van een operations manual.”
Wanneer besloot je om hier beroepsmatig mee aan de slag te gaan?
“Na het verkrijgen van de vergunning begon ik met een pagina over drones op mijn website Bevlogen Teams. Ik kreeg op die pagina, zonder dat ik er iets voor deed, meer bekijks dan op de rest van de site. Toen dacht ik: hier is wat aan de hand. Zelf hou ik erg van innovatieve en ondernemende mensen en die kwamen steeds vaker op mijn pad.”
Vlieg je zelf wel eens met drones?
“Nee, dat klinkt misschien gek, maar het heeft grappig genoeg juist ook voordelen. Ik vul ik niet snel iets in en ik vraag aan drone-operators hoe zij het liefste vliegen. Ik heb wel eens een op afstand bestuurbaar vliegtuigje gehad en ik ken het begrip fly-away daarbij uit eigen ervaring 😉.”
Je hebt een achtergrond als psychosyntheticus/organisatiecoach. Hoe valt dat te rijmen met wat je nu doet? Wat is de rode lijn?
“Wat een mooie vraag. Eerst wist ik dat echt niet, maar ik begin de draad te zien. Kijk, voor mij was het dronewerk gewoon een mooie aanvulling tussen het organisatiewerk door. Dat zijn hoge pieken en lage dalen, hollen of stilstaan. Dronewerk is veel ‘stabieler’, er is altijd wat te doen 😊. Op de HTS vliegtuigbouwkunde ontdekte ik dat ik van mensen houd en nog meer van mensen die graag iets willen verwezenlijken, zoals veel van mijn klanten dat willen. Samen kom je verder was mijn motto.
Psychosynthese leert mij mee te bewegen op zoek te gaan naar de synthese (1+1 = veel meer dan 2). Dat doe ik ook tijdens de gesprekken die ik voer met klanten. Ik luister graag naar wat mensen beweegt. De rode draad van alles is dat ik graag gesprekken voer en op zoek ga naar wat het meest belangrijk en zelfs zinvol is voor de ander. Ik word wel eens de Dronepsycholoog genoemd 🙂. Ik help mensen en bedrijven spreekwoordelijk van A naar B. Ik ben daarin ook steeds meer op zoek naar duurzaam ondernemen. Het allerliefst werk ik dan ook met partijen die vernieuwing willen die goed is voor mens en planeet. Ook in die zin ben ik op zoek naar de synthese tussen techniek, mens, vernieuwing en duurzaamheid.”
Hoe kijk jij tegen de regelgeving voor drones aan? En vind je dat de Europese regelgeving de zaken verbeteren voor de professionele gebruikers? Op welke vlakken wel, en waar juist niet?
“Ik denk dat we erop vooruitgaan dankzij de Europese wetgeving. Toen ik net begon liep ik alle informatiesessies van ILT af en het voelde als een ontmoedigingsbeleid. Tegenwoordig zie ik dat we allemaal – binnen de mogelijkheden die we krijgen – werken aan het vergroten van mogelijkheden. Wat ik het liefst zou willen, is dat dat de adviseur overbodig zou zijn geworden met de Europese regelgeving. Maar helaas is de realiteit anders: alles is nog complexer geworden.”
Waaraan herken je een goed operationeel handboek? Wat zijn de meest gemaakte fouten of zwakke plekken die je in je praktijk tegenkomt?
“Een goed operationeel handboek is vooral bruikbaar in de praktijk én voldoet aan de regelgeving. In die volgorde! Een duidelijke structuur is belangrijk en ik vind ook dat er plaatjes in moeten staan. Die zeggen meer dan duizend woorden. Gebruik ook tabellen en bijlagen waar je naar toe kunt verwijzen zodat het handboek zelf overzichtelijk blijft. Meest gemaakte fout is dat het handboek helemaal is gericht op de drone en lijkt het op een handleiding, terwijl het handboek vooral als bedoeld is voor de crewleden in de organisatie.”
Wat zijn de top drie tips die je wilt meegeven aan operators die ‘vanaf scratch’ actief willen worden in de Specific categorie?
“Ik ben altijd blij met operators die het zelf willen doen en moedig dat graag aan door workshops te geven die daarbij ondersteunen. Een paar tips:
– Neem veel tijd! Het schrijven kost 120 tot 160 uur en dan staat de basis wel. Een SORA kost je zeker nog 60 uur meer, zelfs met een template-tool.
– Gebruik onze templates (via workshop) én de oorspronkelijke leidraad van ILT om stukken in te vullen in de EASA-template (de easy access rules).
– Denk aan het opvolgen van procedures in je organisatie – ook als ZZP’er. Audits komen eraan en je wilt als professional veilig vliegen ondanks dat andere mensen dat misschien niet doen.”
En heb je nog tips voor de huidige ROC-houders: welke stappen kunnen zij het beste zetten?
“ROC-houders gaan over naar de ConOps-systematiek onder de EU regelgeving. Zij zullen daarvoor een aanvraag bij ILT moeten doen en het aangepaste operationeel handboek laten controleren. Ze hebben een oproep van ILT toegestuurd gekregen met de bijbehorende instructies. Een aantal tips:
– De afdeling toezicht zal risicogericht aan de slag gaan. Dat betekent voor sommige ROC-houders dat ze echt hun vluchtvoorbereiding moeten vastleggen en de jaarlijkse of periodieke training moeten organiseren én vastleggen.
– Vóór de omzettingsaanvraag moeten de piloten een aanvullende scholing krijgen, maar dat mag ook intern plaatsvinden. Wij raden aan om begin 2022 verdiepende trainingen te volgen omdat het best forse veranderingen zijn, ook in de manier van vluchtvoorbereiding bijvoorbeeld.”
Er wordt veel gesproken over drone delivery en zelfs personenvervoer door drones / UAM. Hoe realistisch vind jij die plannen over het algemeen, in de context van Nederland?
“Nederland is dichtbevolkt ten opzichte van veel andere landen. Enerzijds is het lastig om deze initiatieven van de grond te krijgen, anderzijds als het wel lukt kan het bijna overal. Daarom is Nederland aantrekkelijk voor buitenlandse partijen om hier alles goed geregeld te krijgen. Daar liggen kansen, alhoewel ik me persoonlijk wel eens afvraag of ik liever een drone door de straat wil zien vliegen in plaats van een busje. Ook mis ik de zin van een pizzabezorging per drone, maar de bloedtransporten en orgaandonaties als ook de initiatieven om drones in te zetten bij incidenten, juich ik toe.”
Heb je als organisatiecoach/droneconsultant nog tips voor de nieuwe minister van IenW, Barbara Visser?
“Jazeker Wiebe. Ik heb drie tips voor haar:
- Meer kennis en ervaring toevoegen bij beleid in Den Haag als ILT. Onze nieuwe minister zou volgens mij op zeer korte termijn veel meer mensen (10+) bij zowel beleid als ILT moeten toevoegen om de rem eraf te halen. Helaas duurt het opleiden van nieuwe mensen in deze ingewikkelde materie minimaal een jaar. Om de dronesector vooruit te helpen is terugbrengen van de wachttijden bij ILT als gevolg van onderbezetting nodig. Gelukkig is het team al groter dan eerder en deze mensen werken keihard, maar de doorlooptijd is momenteel meer dan 4 maanden en vaker zelfs 6 maanden, terwijl de wettelijke termijn 8 weken is. Voor ondernemers voelt dit als een eeuwigheid en het zorgt voor een hoge drempel die weer illegaliteit tot gevolg heeft. Ook de onzekerheid over de waarde van de vergunning en de vliegvaardigheidsbewijzen zorgt voor veel aarzeling.
2. Vergroot de handhaving in de Open categorie. Veel operators die wel de professionele weg zijn ingeslagen, zien met lede ogen aan dat collega’s zonder vergunning doen wat niet is toegestaan. De kans dat je nu aangesproken wordt op het vliegen met je drone op een plek waar dat niet mag is vrijwel nul.
3. Communiceer! Het is al zo vaak gezegd en toegezegd, maar de communicatie vanuit beleid en ILT is ronduit mager en geeft veel verwarring. Ik ben blij met onlinedronekopen, maar het communiceren van de formele regels via de officiële kanalen is superbelangrijk.
Dus minister: Maak het makkelijker en laagdrempeliger om een vergunning te krijgen, handhaaf op illegaliteit, communiceer en stimuleer een verbetercultuur met audits om telkens beter te worden. Dan kunnen meer operators veiliger vliegen om daarmee maatschappelijke vraagstukken op te lossen.”
Als jij de Nederlandse dronesector in één woord moest typeren, welk woord kies je dan?
“Geremd. Er kan nog zoveel meer verwezenlijkt worden, zie ook mijn antwoord hierboven.”