Een drone die via een 5G-verbinding door een piloot 100 kilometer verderop werd bestuurd heeft een aantal succesvolle testvluchten gemaakt boven Brussels Airport. De vluchten maakten onderdeel uit van een proefproject waarbij wordt bekeken of drones op het vliegveld ingezet kunnen worden voor inspecties en bewaking. Ook experimenteert de luchthaven met een detectiesysteem voor ongewenste drones.
Eerste BVLOS vlucht
Normaal gesproken zijn drones verre van gewenst in de buurt van luchthavens. Een proef waarbij drones rondvliegen boven een actief vliegveld is alleen al om die reden uniek. De gedachte is dat drones ook nuttig worden ingezet boven een luchthaven, zolang de inzet ervan goed gecoördineerd wordt met de luchtverkeersleiding en andere luchthavenautoriteiten. Zo kunnen drones helpen met het uitvoeren van inspecties of het assisteren tijdens een calamiteit.
Tijdens een serie testvluchten op 31 maart en 1 april werden deze scenario’s voor het eerst in de praktijk getoetst op luchthaven Brussels Airport. Extra opmerkelijk is dat de drone daarbij ver buiten het zicht van de operator (BVLOS) vloog. De piloot bevond zich op namelijk in een controlecentrum in Oostkamp, 100 kilometer verderop. De test werd uitgevoerd door Brussels Airport in samenwerking met skeyes. Voor de 5G-connectiviteit werd de hulp ingeschakeld van Citymesh.
Bewaking, inspectie en dronedetectie
Tijdens de eerste simulatie werd uitgetest hoe drones door de veiligheidsdiensten kunnen worden ingezet voor inspecties en bewaking van terreinen. De tweede simulatie stond in het teken van een incident met een vliegtuig. De laatste simulatie bracht het wildbestand, zoals vogels en konijnen, langs de start- en landingsbanen in kaart.
Aan de tests ging een lange voorbereiding vooraf, om te voorkomen dat vliegverkeer in gevaar zou komen en te zorgen dat de dagelijkse gang van zaken op de luchthaven zo min mogelijk werd verstoord. Daartoe werd een deel van de landingsbanen werd afgesloten en werden de activiteiten op en rond de landingsbanen tot een minimum beperkt. Zo konden de drones voldoende afstand bewaren van personen, gebouwen en vliegtuigen. Alles gebeurde in een nauwe samenwerking tussen de luchtverkeersleiders in de toren, het Airport Operations Centre van Brussels Airport, Citymesh en skeyes.
Tot slot werd ook een test gedaan met een nieuw dronedetectiesysteem. Het doel was om te testen of zowel geautoriseerde als niet-geautoriseerde drones opgemerkt en geïdentificeerd konden worden. Daartoe werden er meerdere typen drones opgelaten. Via het drone traffic management systeem van SkeyDrone (onderdeel van skeyes) werden alle vluchten vervolgens gevisualiseerd.
Arnaud Feist, CEO Brussels Airport:
“Het is als luchthaven belangrijk om te blijven inzetten op innovatie. Hoewel drones en luchtvaart in eerste instantie geen goede combinatie lijken, is dit een nieuwe realiteit waarvan we de mogelijkheden moeten onderzoeken. Dat we daarmee ook een innovatieve primeur hebben door via ons 5G-netwerk als eerste van op afstand een drone aan te sturen, is iets waar we trots op zijn. Het gebruik van drones kan een extra instrument zijn in onze werking, en deze tests zullen ons al meer inzicht geven in de mogelijkheden.”
Vergelijkbare test in Nederland
Ook in Nederland is onderzoek gedaan naar het laten rondvliegen van drones boven een grote luchthaven, namelijk Schiphol. Daartoe werd vorig jaar een tijdelijke wetswijziging doorgevoerd, omdat de nationale regelgeving niet voorzag in dronevluchten in de binnenringen van gecontroleerd luchtruim. Met de komst van de Europese regelgeving zijn daar meer mogelijkheden voor gekomen. Bij de testvluchten boven Schiphol werd er echter niet BVLOS gevlogen.