Als u al een tijdje met een drone vliegt of onze branche volgt, bent u waarschijnlijk bekend met de term ‘Remote ID’. Als onderdeel van de nieuwste droneregelgeving van de Europese Unie is de vereiste voor ID op afstand ingevoerd in de hele EU, Liechtenstein, IJsland, Noorwegen en Zwitserland.
Het belangrijkste dat je moet weten is dit: Alle drones die in de specifieke categorie opereren en/of met klassemarkeringen die in de open categorie opereren, moeten nu zijn uitgerust met Direct Remote ID. Dit criterium omvat de overgrote meerderheid van de activiteiten. In deze blog zullen we Remote ID samenvatten, de aanpak van de Europese Unie schetsen en alles delen wat u nodig heeft om te navigeren op het gebied van compliance voor Europese activiteiten.
Inhoudsopgave
De Remote ID-regels van het Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart van de Europese Unie
We beginnen met de inkomende Remote ID-regels van de European Union Aviation Safety Agency (EASA).
Alle drones die in de specifieke categorie opereren of met klassemarkeringen die in de open categorie opereren, moeten nu worden uitgerust met Direct Remote ID. Voor degenen die niet over de mogelijkheid voor identificatie op afstand beschikken, moeten modules van derden die door het EASA zijn geaccepteerd en getest, aan uw vliegtuig worden bevestigd.
Vervolgens gaan we dieper in op Remote ID en de stappen die u moet nemen om naleving te garanderen.
Wat is externe ID?
De beste manier om Remote ID te beschouwen is als een digitaal kenteken voor uw drone. EASA vereist de mogelijkheid om vliegtuigen op afstand te identificeren om de veiligheid en verantwoordelijkheid van drone-operaties te garanderen. Nu er steeds meer drones in ons luchtruim zijn, is het essentieel dat wetshandhavers over de informatie beschikken die ze nodig hebben om ongeoorloofde vluchten in beperkte gebieden te identificeren en de veiligheid van het luchtruim te handhaven.
Omdat piloten op afstand zitten en er vaak een aanzienlijke afstand is tussen het vliegtuig en de relevante autoriteiten, is een slimme, geconnecteerde oplossing nodig. Dat systeem is Remote ID.
Hoe werkt ID op afstand en welke gegevens worden verzonden?
Toezichthouders over de hele wereld hebben verschillende modellen onderzocht voor het op afstand identificeren van drones en hebben gekozen voor Broadcast Remote ID (ook bekend als Direct Remote ID). Bij deze methode sturen drones signalen uit die ontvangers in de buurt kunnen oppikken. Deze uitzending is eenrichtingsverkeer, richt zich niet op een specifieke ontvanger en is daarom voor iedereen in de omgeving met de juiste apparatuur toegankelijk.
Hoe zit het dan met de gegevens die worden uitgezonden? Het EASA vereist nu dat uw drone de volgende informatie verzendt:
- Registratienummer drone-operator: Dit is een unieke identificatiecode voor de drone-operator, toegekend bij registratie bij de relevante nationale autoriteit.
- Drone-identificatienummer: Een unieke identificatie voor de drone zelf, meestal een serienummer dat voldoet aan de norm ANSI/CTA-2063-A.
- Geografische positie, routekoers en snelheid van de drone: breedtegraad, lengtegraad, routekoers, grondsnelheid en hoogte van de huidige locatie van de drone.
- Geografische positie van de piloot: breedtegraad, lengtegraad en hoogte van de piloot of, indien niet beschikbaar, het startpunt.
- Tijdstempel: informatie over het tijdstip waarop de gegevens zijn opgenomen of uitgezonden.
- Drone noodstatus: een indicatie van de noodstatus van de drone.
Externe ID in Europa
Alle drones die in de specifieke categorie opereren en alle drones met klassemarkeringen die in de open categorie opereren, moeten nu worden uitgerust met Direct Remote ID. Om te bepalen of dat voor jou geldt, gaan we kort in op twee essentiƫle kenmerken van de droneregelgeving van EASA: registratie en categorisering.
Registratie en categorisering
Om de verantwoordelijkheid te helpen vestigen en drone-operaties beter te integreren in het gedeelde luchtruim, moeten de meeste drone-operatoren in Europa een registratieproces doorlopen. Hoewel de EASA-regelgeving betrekking heeft op alle lidstaten, moeten piloten zich registreren bij de nationale luchtvaartautoriteit van hun land.
Of je je moet registreren, hangt af van het gewicht van je drone en de mogelijkheden ervan. De enige omstandigheden waarin u hoeft zich niet te registreren Zijn:
- Als je drone minder dan 250 gram weegt en geen camera of sensor heeft om persoonlijke gegevens vast te leggen.
- Als je drone minder dan 250 gram weegt en is geweest geclassificeerd als speelgoed.
Piloten krijgen een registratienummer dat in heel Europa geldig is. Dit nummer moet fysiek op uw vliegtuig worden weergegeven en worden ingevoerd in het Remote ID-systeem van uw drone. De andere factor die van invloed is op uw verplichtingen voor Remote ID in Europa is de classificatie van uw drone/operatie. Volgens de EASA-regelgeving worden drones en drone-operaties ingedeeld in verschillende klassen en categorieƫn op basis van gewicht, capaciteit en beoogd gebruik.
Er zijn een paar beperkte uitzonderingen op de vereiste voor externe ID:
- Klasse 0 drones: Deze drones hebben een maximaal startgewicht van minder dan 250 gram, inclusief laadvermogen.
- C3-drones die zijn vastgebonden: Deze drones moeten aan specifieke criteria voldoen, waaronder een tetherlengte van minder dan 50 meter.
- C4-drones zonder automatische besturingsmodi: deze drones mogen geen andere automatische besturingsmodi hebben dan vluchtstabilisatie. Deze uitzondering is bedoeld voor liefhebbers van modelvliegtuigen.
Voor meer informatie over C2-labelcertificering, lees onze Enterprise Insights-blog hier.
Voldoen aan Remote ID
Piloten die in de Europese Unie opereren, moeten de volgende stappen ondernemen om naleving van de EASA-vereiste voor ID op afstand te garanderen:
1. Registratie: Registreer u bij de nationale luchtvaartautoriteit in uw land. Dit omvat het verstrekken van persoonlijke gegevens en het ontvangen van een unieke operator-ID.
2. Markeer uw drone: markeer uw drone duidelijk met uw operator-ID. Dit ID moet zichtbaar zijn op de drone.
3. Zorg ervoor dat je drone is uitgerust met de benodigde Remote ID-technologie. Je kunt dit doen door:
- Een nieuwe drone kopen die wordt geleverd met ingebouwde Remote ID-mogelijkheden.
- Voorzie uw bestaande drone van een Remote ID-module als deze geen ingebouwde mogelijkheden heeft.
- Firmware-updates installeren: Voor drones die Remote ID kunnen gebruiken maar firmware-updates vereisen, zorg ervoor dat u deze updates installeert om de functie in te schakelen.
4. Upload uw Operator Registration Number (ORN) naar het Remote ID-systeem van EASA. Gebruik uw DJI-app – DJI Fly of DJI Pilot 2 – om de ORN te uploaden die is uitgegeven door uw nationale luchtvaartautoriteit.
Hoe u uw ORN-nummer kunt uploaden naar een extern ID-systeem
- Klik in het startscherm van uw DJI-app (neem hier de DJI Pilot 2 als voorbeeld) op de Geo Zone-kaart in de linkerbovenhoek.

- Nadat u de Geo Zone Map heeft geopend, klikt u op de RID-knop onder aan het scherm.
<
p style=”text-align: justify”>
<
p style=”text-align: justify”>
3. Ga naar de RID-detailspagina en klik op de ORN om de jouwe toe te voegen.

4. Voer uw ORN in, klik op OK en deze wordt automatisch gesynchroniseerd met uw vliegtuig.


Eenmaal voltooid, wordt het RID-pictogram op de startpagina van de app zwart. U kunt hetzelfde proces volgen om uw ORN te bewerken, verwijderen of vervangen.

Welke DJI Enterprise Drones hebben ingebouwde mogelijkheden voor externe ID?
- M30 / M30T-dock
- M30 / M30T
- M350
- M3 E/T/M
Voor oudere DJI-modellen die niet in de bovenstaande lijst voorkomen, moeten operators modules van derden aanschaffen om Remote ID in te schakelen. De EU-conformiteitsverklaring laat zien welke fabrikanten van Remote ID-modules gecertificeerd zijn. Voor meer informatie over EASA-certificeringen en een lijst met modules van derden die identificatie op afstand mogelijk maken in overeenstemming met de ‘EU-conformiteitsverklaring’, Klik hier.
Hoe weet ik of de Remote ID-functionaliteit van mijn Enterprise Drone goed werkt?
1. Controleer de Remote ID-statusweergave op de DJI flight control-app.
Als Remote ID in DJI Pilot 2 correct werkt, wordt het RID-pictogram in de linkerbovenhoek van de startpagina van DJI Pilot 2 weergegeven in zwarten DJI Pilot 2 geeft “Normaal” weer in de cameraweergave, zoals hieronder weergegeven.
Kaartweergave:

Cameraweergave:

Als de Remote ID van uw vliegtuig abnormaal werkt, wordt het RID-pictogram in de linkerbovenhoek van de DJI Pilot 2-startpagina weergegeven in rooden er wordt een fout weergegeven op de instellingenpagina van Remote ID.

2. Controleer WLAN om te zien of RID uitzendt.
U kunt ook lokale WLAN-netwerken controleren om te zien of uw Remote ID-serienummer wordt uitgezonden. Gebruik de DJI-afstandsbediening om de motoren van de drone te starten en controleer vervolgens of er lokale WLAN-netwerken zijn.

Als u in de “Beschikbare netwerken” een tekenreeks ziet met het voorvoegsel “RID-“, gevolgd door een 20-cijferig alfanumeriek Remote ID-serienummer, betekent dit dat de Remote ID correct werkt.
Welke DJI-consumentendrones hebben een ingebouwde externe ID?
Regelgeving voor ID op afstand is ook van toepassing op drones voor consumenten. Deze DJI-modellen hebben ingebouwde R-ID-mogelijkheden:
- Mini 4 Pro (met C1-certificering)
- Lucht 3
- Mavic 3 Pro / Cine
- Mavic 3 Klassiek
- Mavic 3 / Cine
Waar kan ik meer leren?
U kunt de volledige droneregelgeving en Remote ID-wetgeving van EASA doorlezen hier.
