Een 90-jarige boer uit Japan heeft onlangs met succes een drone-opleiding en vliegexamen doorlopen. Mamoru Tanaka is het namelijk zat om met ruim dertig kg aan kunstmest op de rug door zijn rijstvelden te moeten lopen. Het plan is om hiervoor een landbouwdrone te gaan gebruiken, die de kunstmest gericht kan verspreiden over de akkers. Als volgende stap wil de boer werk maken van een vergunning om met zware drones te mogen vliegen.
Slimme landbouw
Mamoru Tanaka begon zijn carrière in de landbouw na zijn pensionering bij de voormalige Nippon Telegraph and Telephone Public Corporation. Hij verbouwt momenteel rijst op ongeveer 8.000 vierkante meter rijstvelden. Het viel hem echter steeds zwaarder om met een zware sproei-installatie op de rug door de velden te moeten lopen en raakte geïnteresseerd in landbouwtoepassingen van drones.
In het trainingscentrum van de Drone Pilot Training Association in Fukuchiyama in de prefectuur Kyoto volgde Tanaka een cursus van vijf uur over luchtvaartwetgeving en meteorologie, zoals voorgeschreven door het Japanse ministerie van transport, en nam 10 uur vliegtraining voordat hij met succes slaagde voor de theorie- en praktijkexamens.
De hoogbejaarde boer had geen enkele moeite met het besturen van de drone, en maakte indruk op de instructeur met zijn stabiele vlieggedrag. Wel had de 90-jarige dronepiloot enige moeite om de afstand tot de drone op het zicht in te schatten.
Eerder deze maand behaalde Tanaka een speciaal rijbewijs voor grote motorvoertuigen, “om eens iets anders dan een tractor te mogen besturen”. De boer is zich gretig aan het verdiepen in methoden voor slimme landbouw, zoals het gebruik van drones om kunstmest te verspreiden, en wil deze moderne werkwijzen in zijn bedrijf gaan toepassen.
DJI Agras
Welke landbouwdrone Tanaka wil gaan inzetten is niet bekend, maar waarschijnlijk zal het gaan om een drone uit de DJI Agras-serie. Dit betreffen heavy-duty drones die voorzijn zijn van een tank en sproeiers om zodoende zeer gericht vloeibare pesticiden en meststoffen te kunnen verspreiden.

(bron: Mainichi – coverfoto: Koji Sato)