Voorlopig zal het nog niet mogelijk zijn om in de Specific categorie actief te worden op basis van één van de twee Europese standaardscenario’s voor dronevluchten binnen het zicht boven bevolkt gebied of vluchten buiten het zicht boven dunbevolkt gebied. De Europese Commissie heeft de invoering van beide standaardscenario’s namelijk met twee jaar uitgesteld, omdat er voorlopig nog geen drones met een C5 of C6-label voorhanden zijn.
Standaardscenario’s
Wie actief wil worden in de Specific categorie heeft een aantal mogelijkheden. De meest laagdrempelige manier is om te gaan werken volgens zogenaamde Europese standaardscenario’s, op basis van voorgedefinieerde risico-analyses en operationele procedures. EASA heeft tot op heden twee van dergelijke EU-brede standaardscenario’s gepubliceerd: één voor dronevluchten binnen het zicht van de piloot boven bevolkte gebieden (STS 01) en één voor BVLOS dronevluchten boven dunbevolkt gebied (STS 02).
Het probleem is echter dat deze Europese standaardscenario’s uitgaan van een aantal technische standaarden voor drones, die momenteel nog niet vastgesteld zijn. Het gaat in dit geval om de normen voor drones met een C5 of C6-label. Fabrikanten kunnen nog geen drones met zo’n label op de markt brengen, simpelweg omdat er nog geen conformiteitsbeoordelingen uitgevoerd kunnen worden.
Uitstel
Dat heeft er nu toe geleid dat de Europese Commissie een wijziging op de uitvoeringsverordening 2019/947 heeft gepubliceerd. Aanvankelijk was het de bedoeling dat lidstaten op 2 december 2021 aanvragen van drone-operaties om actief te worden volgens de Europese standaardscenario’s in behandeling konden gaan nemen. Die datum wordt met twee jaar uitgesteld, naar 3 december 2023.
Om te voorkomen dat drone-operators daardoor vastlopen, mogen lidstaten ook twee jaar langer nationaal opgestelde standaardscenario’s in behandeling nemen. Die krijgen een geldigheidsduur tot uiterlijk 2 december 2025. Dat betekent in theorie dat men tot die datum met drones zonder C5 of C6-label mag blijven vliegen in de Specific categorie, zolang de nationale scenario’s aan de eisen voldoen zoals die zijn vastgelegd in de bijlage van verordening 2019/947.
Gevolgen
De vraag is nu wat dit gaat betekenen voor nieuwe operators in de Specific categorie, en belangrijker nog, voor bestaande drone-operators die nog werken volgens de oude nationale regelgeving. Er zijn immers nog geen nationale standaardscenario’s op Europees model voorhanden, laat staan dat er zicht is op een transitie voor ROC-houders. Dat betekent dat men vooralsnog enkel de mogelijkheid heeft om vergunningaanvragen op basis van zelf opgestelde SORA’s in te dienen, wat flink wat extra kosten, tijd en papierwerk met zich meebrengt.
